"Brigade-generaal b.d. J.L.R.M. Vermeulen, voorzitter NOV "

Het grote waterbed

Waarom het rapport van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid niet de kern van het schietongeval in Ossendrecht blootlegt
Onlangs is het onderzoeksrapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid over het schietongeval in Ossendrecht[1] bij een oefening van het KCT uitgekomen. De foto’s van de begrafenis raken ons in het hart en wij voelen intens mee met het gezin van de omgekomen KCT’er, familie, vrienden, collega’s en met name ook met de collega’s die bij dit ongeval aanwezig waren. Dit raakt je voor heel je verdere leven.

Het onderzoeksrapport beschrijft heel gedetailleerd en op basis van alle beschikbare en ontbrekende regelgeving, hoe dit zo heeft kunnen gebeuren. In essentie concludeert de onderzoeksraad: er was sprake van onvoldragen regelgeving, beperkte naleving van regelgeving en de controle daarop, tekorten bij het goed beschrijven van opleidingen en trainingen en de daarvoor beschikbare middelen, zoals een veilige schietbaan. En als laatste, de loyaliteit van het personeel met de doelen van de organisatie; de bekende can do mentaliteit.

Maar de vraag van de GOV/MHB is: zijn dit de werkelijke oorzaken? Heeft de Onderzoeksraad diep genoeg gespit? Heeft men niet te snel conclusies getrokken, alleen op basis van de vigerende regelgeving? De vraag stellen is hem beantwoorden.

Onvoldragen regelgeving en de beperkte naleving en de controle daarop

Het adagium van elke militair is train as you fight, hard in training, easy in battle. Wil je overleven en een eerlijke kans op het gevechtsveld hebben, dan moet er realistisch geoefend kunnen worden. Anders kost het mensenlevens. Elke militair weet ook dat er hier een spanningsveld is tussen risico’s nemen in vredessituaties om de grotere risico’s tijdens gevechtssituaties aan te kunnen, het afruilen van risico’s. De minister zegt ook niet voor niets: een militair gaat door waar anderen stoppen. Dit gaat met name over risicovolle opdrachten. De eigen veiligheid is ondergeschikt aan de opdracht. Dit is ook de basis onder de can do mentaliteit. Je kunt in situaties terecht komen, waarin het risico groot is dat je er niet ongeschonden uitkomt, maar dat betekent voor een militair niet dat hij zijn opdracht niet uitvoert. Dat is de noodzakelijke cultuur, dat is de basis onder ons optreden. Het afruilen van risico’s vormt de regel, niet de uitzondering. De vraag rijst dan of er eigenlijk teveel risico’s zijn genomen? Is het onderzoeksmodel van de Onderzoeksraad hier wel valide?

Het staat natuurlijk vast dat het niet oefenen en trainen van vaardigheden zal leiden tot minder goed voorbereide militairen en daardoor tot grotere risico op doden en gewonden. In het geval van het KCT, en specifiek ook t.a.v. de laatste ontwikkelingen, het stopzetten van essentiële opleidingen, is deze laatste constatering dan ook uiterst relevant. Onze commando’s zullen worden ingezet wanneer dit voor Nederland en de Nederlanders noodzakelijk is en zij zullen gaan. Kan dat wel, of worden hier pas de echte risico’s genomen?

Opleidingen en trainingen

Binnen Defensie leggen opleidingsontwikkelaars tot in detail vast hoe opleidingen en trainingen moeten worden ingericht en uitgevoerd. Als gevolg van alle reorganisaties is het aantal functies in dit gebied al tot een minimum gereduceerd, en mogelijk zijn deze door personele tekorten ook nog niet eens gevuld. Datzelfde geldt voor de veiligheidsfunctionarissen, ook hier is er een organisatie- en een vullingsprobleem.

De tekorten aan reservedelen, het operationeel vaak niet-inzetbare materieel, het al sinds 2013 ontbreken van een arbeidsvoorwaardenakkoord, de WUL, het AOW-gat en het niet naleven van de afspraken in het kader van de ‘Bijzondere positie van de militair’, dit alles heeft geleid tot een steeds verder toenemende uitstroom van militairen. Om dit vullingsprobleem eens in perspectief te zetten: het onderwijs geeft aan op de basisscholen een probleem te hebben met de vulling van 900 functies, een ondervulling van bijna een procent en men waarschuwt al voor een ondervulling die kan oplopen tot acht procent, dat wil zeggen 10.000 leerkrachten. De waarschuwing die men afgeeft is:  als dit zo doorgaat kunnen wij het onderwijs aan onze kinderen niet meer garanderen.  De KLu heeft maar geld voor 90% van het personeel dat zij minimaal nodig heeft om haar taken uit te kunnen voeren. De KM zit al maanden te puzzelen om vanaf september voldoende personeel beschikbaar te hebben om een paar schepen te kunnen laten uitvaren. De nieuwe commandant van de Luchtmobiele Brigade gaf onlangs in zijn toespraak aan dat de vulling van zijn eenheden minder dan 80% is. Het is dan ook evident dat hier prioriteiten moeten worden gesteld. Wat gaat het worden, varend personeel, piloten, infanteristen of opleidingsontwikkelaars en veiligheidsfunctionarissen of toch maar een beetje van alles? Samenvattend: er is een organisatie- en een vullingsprobleem bij de overheid dat zijn gelijke niet kent.

De morele hamvraag is vervolgens: welke functies heb je nodig en op welke kun je bezuinigen? En dit in het licht van een geminimaliseerde organisatie en een gierende ondervulling. Welke functies ga je wel vullen bij tekorten van meer dan tien procent?

Vastgoed

In 2007 lag er al de geaccordeerde behoefte voor de schietbaan in Ossendrecht. De behoefte was onomstreden. Maar realisatie van deze behoefte zou zeker hebben geleid tot verschuivingen in het infrastructuurplan. Er was al een tekort aan geld voor vastgoed, dan maar prioriteiten gesteld. Is een bedrijfsgaragedeur die niet meer veilig is, of nieuwbouw van keukens zodat er geen ratten en muizen meer in kunnen, meer of minder belangrijk dan het veilig maken van een schietbaan voor de beste professionals die wij hebben?  Er worden dus al jaren prioriteiten gesteld op het gebied van veiligheid. Door de reorganisaties werden er kazernes gesloten om geld op de bedrijfsvoering te besparen, maar dat leidde wel tot noodzakelijke nieuwbouw elders.  De afgelopen jaren zijn vele nieuwe legeringsgebouwen neergezet om te voorkomen dat personeel elke dag over onmogelijke afstanden naar de kazernes moet reizen. Maar het geld kan maar een keer uitgegeven worden; of aan legeringsgebouwen, of aan schietbanen. Verplichten wij ons personeel om jarenlang dagelijks grote afstanden te moeten reizen om maar geen legeringsgebouw te hoeven bouwen, met als gevolg een statistische zekerheid dat er een aantal doden per jaar te betreuren zal zijn door ongevallen? Het echte probleem is dat er onvoldoende infrastructuurfondsen  beschikbaar zijn om Defensie veilig te kunnen laten opereren.  De voortdurende vraag waar wij het geld aan gaan besteden, een voortdurende prioriteitsstelling, daar is Ossendrecht de dupe van geworden.

Veiligheid

De veiligheid van Nederland, maar met name die van de militair staat zwaar onder druk. Is het veilig en verantwoord om schepen uit te sturen waarvan wij weten dat het scheepsgeschut niet meer inzetbaar is, totdat in 2025 het hele schip uit de vaart wordt genomen? En zie ook de brandbrief van de KCT’ers over hun wapens en verbindingsmiddelen. De materiële problemen die tijdens de oefening Bison Drawsko in Polen aan het licht kwamen, zijn diepgaand en het gaat jaren duren voordat deze zijn opgelost. Onze luchtverdediging was na terugkeer uit Turkije vele jaren niet meer inzetbaar.  De F-16’s zijn niet zonder meer nog inzetbaar daar waar de vijandelijke luchtafweer met de modernste SAM-systemen is uitgerust. Hiervoor zijn de F-35’s nodig, maar wij schaffen er niet meer dan 37 aan. Noorwegen, niet echt een oorlogszuchtig land, met slechts de helft van het aantal inwoners van Nederland, heeft er 52 besteld.

Wat is de moraal van dit verhaal?

Train as you fight. Een militair gaat door waar anderen stoppen. De militair zal liever risico’s nemen in trainingssituaties in Nederland, dan minder goed voorbereid zijn op de onvoorspelbare risico’s tijdens gevechtssituaties. Daar, tijdens inzet, daar liggen de echte risico’s.  De trainingsrisico’s zijn lager dan de risico’s tijdens inzet, dat is de bottom line. Dit is de echte keuze die er gemaakt is. En de vraag is, realiseert de Onderzoeksraad zich deze afruil van risico’s voldoende?

Het nu stilleggen van de opleidingen breekt met deze wetmatigheid. Dit heeft onvermijdelijk consequenties bij een mogelijke inzet. De veiligheid van onze militairen is hier in het geding. En natuurlijk zijn onze commando’s niet in een dag alles verleerd, maar je zult je bij inzet hier rekenschap van moeten geven. Dit mag niet lang duren. Door een tekort aan organisatieruimte en functieplaatsen is de organisatie te krap bemeten om aan alle eisen te kunnen voldoen, zoals in deze casus veiligheidsfunctionarissen en opleidingsontwikkelaars.

De tekortkomingen op materieelgebied, zoals een tekort aan reservedelen en munitie, moeten werken met verouderd materieel en te weinig oefenmogelijkheden demotiveren het personeel. Maar ook arbeidsvoorwaardelijke zaken zoals de WUL, het AOW-gat en het sinds 2013 ontbreken van een arbeidsvoorwaardenakkoord en niet te vergeten te weinig budget om de al te krappe organisatie te kunnen vullen, heeft geleid tot een ernstige ondervulling. Het noodzakelijke personeel is niet meer aanwezig om de reeds zwaar afgeslankte organisatie drijvende te kunnen houden. Ten aanzien van vastgoed is het, zoals al aangegeven, tevens steeds weer keuzes maken uit meerdere kwaden.

De enige conclusie is dan ook dat Defensie net is als een waterbed; als je hier drukt dan golft het naar de andere kant. Maar het totaal blijft gelijk. Je kunt investeren in een nieuwe schietbaan, maar dan neem je elders veiligheidsrisico’s. Je kunt investeren in veiligheidsfunctionarissen en opleidingsontwikkelaars, maar je hebt dezelfde mensen hard nodig om te varen, te vliegen en de operaties op de grond uit te voeren. Het grote waterbed, eigenlijk het maken van onmogelijke keuzes. Dit is niet de strekking van het rapport. Feitelijk omzeilt de Onderzoeksraad dit dilemma.

Een reeks conclusies

Er is 26 jaar bezuinigd op Defensie en in 2020 zal Defensie ondanks alle mooie verhalen over extra geld nog altijd minder geld in harde euro’s hebben dan in 2010. In bondgenootschappelijk verband scoort Nederland, zowel in Europa, maar zeker t.o.v. de Verenigde Staten een ruime onvoldoende op het gezamenlijk dragen van de lasten. Wij parasiteren feitelijk op andere Europese landen en de VS.

De nota ‘In het belang van Nederland’ heeft in weerwil van de internationale ontwikkelingen het ambitieniveau voor de krijgsmacht sterk teruggebracht, dit terwijl de wereld echt onveiliger is geworden in de afgelopen jaren.

Zelfs deze naar beneden bijgestelde ambitie kan niet worden waargemaakt. De organisatie is onevenwichtig, zoals de minister in de Tweede Kamer.al meerdere malen heeft toegegeven Er is een tekort aan combat support en combat service support. Maar er is ook een tekort in de vredesorganisatie van Defensie om de veiligheid en het goed functioneren van de organisatie zeker te stellen.  Zoals er ook te weinig geld is om de personele organisatie volledig te kunnen betalen. Bovendien is er door o.a. de slechte arbeidsvoorwaarden, de problemen met de te kleine organisatie, het niet inzetbare materieel, een verdere leegloop gaande die het functioneren van Defensie ernstig bedreigt. Militairen weten dat zij risico’s moeten nemen, zowel tijdens realistisch oefenen als – en  ar met name – tijdens inzet. Is deze extreem professionele KCT-eenheid hierin te ver gegaan?

Dit zijn de echte onderliggende oorzaken van het ongeluk in Ossendracht. De internationale ontwikkelingen manen tot spoed om te investeren in Defensie. En Defensie trekt een onhoudbare wissel op zichzelf.

De aanbeveling van de Onderzoeksraad om te investeren in een nieuwe schietbaan, het beter beschrijven van de opleidingen, het vullen van veiligheidsfunctionarissen, het houden aan vredesregelingen leidt alleen tot een waterbed effect. Het probleem wordt verschoven. Het duikt ergens anders weer op met mogelijk opnieuw grote schade aan mens en goed; dilemma’s blijven bestaan. En daar duikt dan vervolgens weer een Onderzoeksraad voor Veiligheid op en zo wordt de vicieuze cirkel in stand gehouden. Totdat we eens echt substantieel ruimere middelen om veilig te kunnen opleiden en trainen gaan toebedelen aan Defensie, maar ook om tijdens operationele inzet te kunnen beschikken over middelen om een eerlijke kans te hebben om het conflict te overleven. En dat zou een aanbeveling geweest zijn, die n.m.m. wel hout snijdt.

Epiloog

Begin september werd bekend dat recent besloten is om met de grootste spoed in Roosendaal een gloednieuwe schietbaan te bouwen die aan alle eisen voldoet. De kosten bedragen circa vijf miljoen euro. Er is geen externe financiering, dus dit betekent dat voorgenomen infraprojecten elders zijn geschrapt. Dit is het ultieme waterbed. Wij moeten daarvan af.

 

[1]  Onderzoeksraad voor de Veiligheid; Rapport van 21 juni 2017: Veilig oefenen, lessen uit schietongeval.