"Drs. Brenda Rooijackers "

Egalité, fraternité, securité?

Recent is de HDV op studiereis geweest in Parijs en zoals het de krijgsschool betaamt, mogen de dames en heren studenten daarna een essay of werkstuk schrijven. Een selectie uit deze essays is in overleg met de docenten aangeboden aan de redactie van Carré. De eerste bijdrage, Brexit: een bedreiging voor Europese veiligheid, werd gepubliceerd in de vorige aflevering van Carré. In deze aflevering publiceren we achtereenvolgens twee bijdrages met de focus op respectievelijk Duitsland en Frankrijk.

Inleiding

‘Welke rol speelt Frankrijk de komende drie tot vijf jaar in de Europese veiligheidsstructuur?’ Dat is de vraag die werd voorgelegd voor dit essay. Om deze vraag te kunnen beantwoorden is het nodig eerst de context van de vraag te beschouwen. Wat is de achterliggende gedachte bij de vraag? Dat is helaas een treurige.

De context

Er ligt een ring van instabiliteit rondom Europa, waarbij een oplossing voor de onderliggende problemen voorlopig niet voorzien is. Zo is de dreiging van terrorisme niet eenvoudig uit te bannen. Deze dreiging is feitelijk beperkt, maar niet compleet uit te sluiten en daardoor is de angst voor terrorisme onder de bevolking substantieel. Een ander voorbeeld is migratie. Dit fenomeen blijft bestaan als gevolg van onder andere onveiligheid, ongelijkheid in de wereld en klimaatproblemen. Weer iets anders is de problematiek in het Midden-Oosten, ondertussen te beschouwen als een vast gegeven. En verder lijkt de Russische dreiging zachtjesaan sterker te worden. Als het hier niet om zichtbare dreiging gaat, dan geldt tenminste een dreiging van buitenlandse beïnvloeding in ons democratisch proces. Zomaar vier voorbeelden ter illustratie, niet limitatief bedoeld.

Buiten deze ring van instabiliteit rondom Europa is misschien nog wel erger dat het ook op Europees grondgebied hommeles is. De Brexit is het voorlopige treurige dieptepunt van het verlies van vertrouwen van burgers in de EU. Hoewel er op dit moment geen andere lidstaten het EU-schip lijken te willen verlaten, is dat niet vanwege de grote cohesie in de Europese samenlevingen, maar veel eerder de angst voor chaos en de hoge rekening bij het verlaten van de EU. Dat een land als Italië een populistische regering heeft gekozen, is een teken dat het niet best gesteld is met het vertrouwen van een deel van de Europese burgers.

Bovenop de instabiliteit in en rondom Europa begint bovendien een van de belangrijkste hoekstenen van de Europese veiligheidsstructuur te wankelen. De NAVO is nog altijd de belangrijkste pilaar in het Europese veiligheidsbeleid, maar de Verenigde Staten (VS) geven steeds sterkere signalen af dat het vertrouwen op de NAVO onzeker wordt. Artikel 5, ’een aanval op één is een aanval op allen’, staat ter discussie als niet alle bondgenoten hun afgesproken bijdrage leveren. In steeds steviger taal dwingen de VS, bij monde van president Trump, Europa na te denken over de vraag of Europa zich militair zelf kan verdedigen.

De betekenis voor Europa

Nu de context geschetst is, volgt de vraag wat dit betekent voor Europa en specifieke landen daarbinnen. Zoals de EU global strategy beschrijft is een sterker Europa nodig. Om vrede te bewaren en veiligheid voor burgers en grondgebied te waarborgen is meer samenwerking nodig. Een geïntegreerde aanpak van conflicten kan zoden aan de dijk zetten. Samenwerking vraagt inzet van iedereen, maar wie neemt daarbij het voortouw?

Vertrouwen op de EU is wellicht de eerste gedachte die zich opdringt. Maar de vraag is of dat vertrouwen terecht is. Niet dat de EU níet te vertrouwen is, maar is zij daadkrachtig genoeg? De EU heeft een groot (voornamelijk economisch en politiek) belang bij het aan boord houden van alle lidstaten. Dat streven naar inclusiviteit is een groot goed, maar het tempo waarmee besluitvorming plaatsvindt is niet het tempo dat nodig is om het Europees grondgebied te verdedigen. Vertrouwen op de EU lijkt daarom niet de meeste doeltreffende keuze. Het aanwijzen van een land of een kleine groep landen om deze kar te trekken lijkt effectiever.

De rol van Frankrijk

Welke rol speelt Frankrijk? Kan Frankrijk de rol van koploper in deze kwestie vervullen? In een eerste reflex komt een positief antwoord op. Immers, Frankrijk is een speler van formaat op het veiligheidsterrein. Na het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de EU is Frankrijk nog de enige lidstaat met nucleaire wapens en bovendien permanent lid van de VN-Veiligheidsraad. Frankrijk heeft daarmee de mogelijkheid om zaken te agenderen en af te dwingen. Een land als Duitsland is niet in de race als koploper; het land is daarvoor te behoudend en te traag vanwege hetzelfde streven als de EU naar inclusiviteit. Frankrijk betitelt het eigen veiligheidsbeleid als ’European power with global responsibilities and special status’. Het land geeft de boodschap af dat het streeft naar strategische autonomie: een sterk Europa betekent een sterk Frankrijk. President Macron heeft ambitie en inspireert met zijn pro-multilaterale aanpak. Dat blijkt onder andere uit zijn pleidooi voor ‘global public goods’ zoals veiligheid, onderwijs en klimaat.

De Franse ambitie blijkt onder meer uit het European Intervention Initiative( EI2), een Frans initiatief. Dit militair strategische project van tien landen buiten bestaande samenwerkingsverbanden richt zich op scenario’s en militaire planning op te verwachten crises. En een ander voorbeeld is het starten van een discussie over een Europees leger. Hoewel dit ‘proefballonnetje’ niet direct de gehoopte reactie kreeg vanuit de VS – eerder het tegendeel – laat het zien dat Macron wil en durft. Een laatste voorbeeld ter illustratie is het voortouw dat Macron neemt in de dialoog met centrale spelers in ‘probleemgebieden’, zoals zijn contact met de Russische president Poetin en de Turkse president Erdoğan.

Is er dan geen reden om te twijfelen aan Frankrijk om op deze wijze een belangrijke rol te vervullen? Ja, die is er wel, hoewel niet massief aanwezig en ook lastiger te onderbouwen met feiten. Niettemin: Frankrijk heeft van oudsher een probleem als het gaat om internationaal vertrouwen. Het talent van de Franse president om de dialoog met wie dan ook te onderhouden is niet automatisch ook een talent dat zijn regering en ambtenarenapparaat heeft. Er is een aloud wantrouwen tegen het land en de langetermijnagenda; is dat werkelijk een agenda die goed is voor heel Europa of is er toch sprake van een La France premier agenda? Ook al is dit slechts één punt, onvoldoende vertrouwen is een niet te onderschatten aspect in internationale betrekkingen.

Conclusie

Het antwoord op de vraag ‘Welke rol speelt Frankrijk de komende drie tot vijf jaar in de Europese veiligheidsstructuur?’ is daarom uiteindelijk niet glashard te beantwoorden. Frankrijk lijkt de ideale kandidaat om de kar te trekken in de Europese veiligheidsstructuur vanwege de visie, de ambitie en de capabilities van het land, maar het wordt geremd door wantrouwen van andere Europese landen ten aanzien van Frankrijk – een drempel die het land zal moeten slechten om dé centrale speler te mogen zijn.

 

Bronnen:
EU global strategy, Shared Vision, Common Action: A Stronger Europe (juni 2016);
Periodieke rapportage Frankrijk (14 juli 2017-14 juli 2018) Defensieattachés Parijs, kol S.M. Luijten en lkol A. Huisman;
Sorbonne-speech van Emmanuel Macron (26 september 2017);
Twitter-berichten (diverse) van president Trump (o.a. 10 juli 2018 inzake de NAVO-top in Brussel).